Darmklachten

De spijsvertering is een vrij ingewikkeld chemisch proces, waarbij alle voeding die we eten, verwerkt wordt tot nuttige voedingsstoffen voor ons lichaam en reststoffen, die we uitscheiden. Bij dit proces zijn veel organen betrokken, zoals de mond, keel en de slokdarm, maag, lever, galblaas, nieren, alvleesklier, dunne darm, dikke darm en endeldarm. Er zijn dus veel momenten waarop er iets mis kan gaan, de spijsvertering even ‘niet lekker loopt’ niet goed werkt en maag-darmklachten kunnen optreden. Soms spelen externe factoren mee, zoals bepaalde beperkingen, een voedselinfectie  of bepaalde medicijnen.

Verschillende Darmklachten

Lactose-intolerantie

Lactose noemen we ook wel melksuiker. Het komt alleen in melk van zoogdieren voor. Om lactose te kunnen verteren hebben we het enzym lactase nodig.

Prikkelbare-darmsyndroom

Het prikkelbare-darmsyndroom (PDS) wordt ook Irritable Bowel Syndrome (IBS) of spastisch colon genoemd. Je herkent PDS aan langdurige buikpijn en krampen.

Chronische obstipatie

Veel mensen hebben weleens last van verstopping ofwel obstipatie. Vaak gaat dit vanzelf weer over, maar als de klachten langer dan 3 maanden aanhouden en langer dan 6 maanden geleden zijn begonnen zijn noemen we ze chronisch.

Maagzuur

Maagzuurklachten noemen we ook wel refluxklachten. Het betekent dat er maagzuur in je slokdarm komt. Je kunt er last van hebben na een zware maaltijd.

Vervolgfase:
advies en begeleiding

In het eerste gesprek van ongeveer een uur verzamel ik informatie die nodig is om een beeld te krijgen van uw klachten en uw hulpvraag, zoals eetgewoonten, (medische) klachten en persoonlijke omstandigheden. Ook kan ik uw lichaamssamenstelling meten met de Bio-impedantiemeter InBody 120. Aan de hand van deze gegevens stel ik in overleg met u een dieetadvies op. Dat gebeurt vaak pas ná het gesprek, soms ook als u erbij bent.

In de vervolggesprekken begeleid en coach ik u bij het veranderen van uw eet- en leefgewoonten. Een vervolgconsult duurt gemiddeld dertig minuten. Het behandelplan kan, indien nodig, elk moment worden aangepast.

Uw verwijzer (vaak de huisarts) krijgt na afloop van het eerste en het laatste consult (en indien gewenst tussendoor) een schriftelijke rapportage van hetgeen wij besproken hebben.